Tolereren is discrimineren

Vind je dit gedicht mooi?Deel het op Facebook

gay-tolerance‘Nederland wordt steeds toleranter ten opzichte van homo’s’, kopte een flink aantal kranten gisteren trots. Ik heb het nieuws een dagje op me in laten werken, maar ik begrijp nog steeds niet waarom dat goed nieuws is. Sterker nog, ik vind het helemaal geen goed nieuws.
Ben ik dan stiekem een enorme homofoob? Niet dat ik weet. Ik denk niet dat ik sta te springen om twee mannen zoenend op straat te zien, maar dat heeft niets met mannen te maken. Ik vind het minstens zo irritant als ik – bijvoorbeeld – in een pretpark achter een stelletje sta (van welk geslacht boeit niet) dat fanatiek speeksel staat uit te wisselen terwijl ik vanwege het ruimtegebrek geen andere kant op kan kijken. Openbare affectie vind ik prachtig, alleen ik denk dat ik zoenen gewoon iets intiems vind dat wat mij betreft niet per definitie met de rest van de wereld gedeeld hoeft te worden.

Ik bén niets, ik dóe alleen dingen

Hoewel het mij dus niet zoveel kan schelen wie met wie zoent, vind ik toenemende tolerantie ten opzichte van homo’s (en dus ook lesbiennes) een héle slechte zaak. Waarom? Ten eerste omdat ik na al die jaren nog steeds niet begrijp waarom het woord bestaat. Zover ik weet ben ik maar twee dingen: een man en een mens. De eerste omschrijving is noodzakelijk omdat ik anders het verkeerde toilet inloop, de tweede omschrijving is eigenlijk vooral mooi om regelmatig aan herinnerd te worden. Ik ben een mens, zoals iedereen. Verder bén ik niets, maar dóe ik vooral dingen. Ik bén niet kinderachtig, ik hou alleen van kinderlijke dingen. Ik bén geen atheïst, ik geloof alleen in andere zaken, ik bén geen Nederlander, ik ben alleen toevallig geboren in een land dat Nederland heet. En ik bén geen hetero, ik val alleen toevallig op vrouwen. Noem me naïef, maar ik snap nog altijd niet waarom we de noodzaak voelen om mensen te definiëren aan de hand van zaken waar ze zelf geen controle over hebben, zoals een huidskleur, een seksuele voorkeur of een geloofsovertuiging. Is dat wie je bent? Ik geloof van niet. Je bént een mens, en verder heb je bepaalde eigenschappen.

‘Weet je? Ik tolereer jou!’

Maar zou ik dan niet juist vóór tolerantie moeten zijn? Absoluut niet en dat heeft alles te maken met de betekenis van het woord zelf. Wat zou je er van vinden als ik morgen op je afloop en zeg: ‘Weet je? Ik tolereer jou!’ Ik geloof niet dat wij dan vrienden worden. Want wat ik er eigenlijk mee zeg is dat ik je eigenlijk helemaal niets vind, maar ik tolereer je. Ik heb in al mijn goedheid besloten dat het oké is dat jij bestaat. Heerlijk toch? Dat ik door aan te geven dat ik je tolereer nog even extra benadruk dat jij niet gelijk bent aan mij, dat ik, die verheven is boven jou, besloten heb dat het licht in je ogen je gegund is. Nouja gegund, toegestaan.
Dát is dus precies waarom ik het een hele slechte zaak vind dat Nederland steeds toleranter wordt ten opzichte van homo’s. Want ik lees: ‘vooruit, ze mogen blijven’ in plaats van: ‘hoera, we zijn allemaal gewoon mensen en wat boeit het wat we doen?’ Door iets te tolereren geef je heel duidelijk aan dat iets anders (misschin zelfs inferieur) is en dat maakt tolereren wat mij betreft juist discrimineren. Wie zijn wij om te bepalen dat iets of iemand getolereerd moet worden? Het wordt tijd dat we massaal stoppen met denken in termen als ‘zij’ en ‘wij’ en ons realiseren dat er maar één ding is dat we met z’n allen zijn: ‘mensen’. Niet meer, maar vooral ook niet minder.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *