Nobelprijs voor de Goedgelovigheid

Vind je dit gedicht mooi?Deel het op Facebook

Als ik je morgen vertelde dat jij de Nobelprijs voor de Vrede hebt gewonnen. Zou je dat dan geloven? Natuurlijk niet, want wat heb jij nou helemaal gedaan voor de vrede? Bovendien heb je waarschijnlijk genoeg bescheidenheid in je lijf om je te realiseren dat zoiets is voorbehouden aan de groten der aarde, niet aan de grote ego’s der aarde.

En wat nou als ik je morgen vertelde dat je bent genomineerd voor de Nobelprijs voor de Literatuur? Dan lach je me uit toch? Terecht. Dat boek, of die paar boeken die je hebt geschreven zijn vast heel goed, maar om jezelf nu te scharen tussen auteurs die, om maar eens met de woorden van meneer Nobel zelf te spreken: ‘het meest opmerkelijke werk met een idealistische trend hebben geschreven’ is natuurlijk wel héél zelfbevlekkerig.

Royalties zijn awesome

Ik haal dit aan omdat ik de afgelopen week welgeteld drie collega schrijvers heb ‘mogen’ feliciteren met het feit dat ze zijn genomineerd voor de Nobelprijs voor de Literatuur. Dat deed me pijn. Heel erg veel pijn. Ben ik dan zo jaloers? Eh, nee. Ik verwacht niet ooit de Nobelprijs voor de Literatuur in de wacht te slepen, noch is het mijn ambitie. Ik vind schrijven geweldig, omdat het me in staat stelt mensen een ervaring te bieden die uit niets anders is ontsproten dan mijn gedachten. Daarbij krijg ik van mijn uitgever elk jaar een nieuw muntje voor in mijn boodschappenkarretje. Royalties zijn awesome.
De pijn wordt dan ook vooral veroorzaakt door plaatsvervangende schaamte. Schaamte omdat een bescheiden Nederlands auteur, met een paar boeken op zijn naam, daadwerkelijk gelooft dat zijn werk is voorgedragen voor een Nobelprijs. De Nobelprijs voor Goedgelovigheid allicht, maar die voor Literatuur? Echt? Ik kan me zo voorstellen dat J.K. Rowling op een dag te horen krijgt dat ze voorgedragen is voor de Nobelprijs voor de Literatuur en denkt: ‘Hè? Ík? Voor wat dan, Harry Potter?’ Als ik het J.K. Rowling zou vertellen, zou ze me keihard uitlachen (wat dan mag van mij, want hoe awesome is het dat ik bij J.K. Rowling op de thee ben?). Maar stuur een brief aan een Nederlands auteur en hij gelooft het (al moest hij wel drie keer met z’n ogen knipperen. Drie hè!)

Keihard misbruik

Pijn doet het me ook, omdat er organisaties zijn, ik noem geen namen, want dat vind ik niet aardig tegenover America Star Books, die keihard misbruik maken van hardwerkende, hoopvolle auteurs, door ze gouden bergen te beloven. Bijvoorbeeld door je boek door Google Translate te halen, je voor een ‘kleine bijdrage’ te vereren met een heus boek dat in Amerika is uitgegeven (met zestien fouten alleen al op de achterflap), een boek dat, oh mijn god, ook nog eens is genomineerd voor de Nobelprijs!
Maar het pijnlijkste vind ik nog dat we allemaal dromen van erkenning. Dat we, hoe nobel onze schrijfambities ook zijn, hopen dat we ooit een keer dat boek schrijven dat door duizenden, wie weet zelfs miljoenen mensen in hun harten gesloten wordt. Met dat in het achterhoofd kan ik me best voorstellen dat je, per ongeluk, een keertje gelooft in de oplichterij van de sterren die op hun strepen staan. Maar als je dan goedbedoelende collega’s hebt, die je wijzen op de realiteit, dan trek je de deur van je luchtkasteel wel weer heel snel dicht toch? Dan ga je niet als een in een hoek gedreven kat blazen en om je heen slaan dat niemand je het succes gunt dat je zo overduidelijk toekomt. Toch?
Dat zou je denken. Toch heb, letterlijk met pijn in mijn buik, de afgelopen week drie mensen zich op die manier zien verdedigen. Een ongekend pijnlijke afgang, waarvoor je iemand zó graag had willen behoeden, maar zodra je dat doet, ben je jaloers. Ik heb het daarom maar laten gebeuren en het geruzie z’n gang laten gaan. Kan ik verdomme nog fluiten naar die Nobelprijs voor de Vrede ook.

Plaats een reactie

Item toegevoegd aan winkelwagen.
0 items - 0,00