Iedereen valt ooit in een diep gat. Een gebroken hart, of het nu gaat om het verlies van een persoon of een droom, is vreselijk.
Hoe lang je valt, hangt af van hoe sterk je in je schoenen staat, hoe groot de pijn is en hoe je erop reageert. Er zijn zelfs dingen die zo erg zijn dat je nooit meer uit de put kunt komen. Maar over de meeste dingen kun je, hoe erg ze ook voelen op dat moment, heen komen.
Op een gegeven moment zul je merken dat je niet meer steeds met pijn aan iets of iemand terugdenkt, maar dat je er zelfs om kunt glimlachen als je een mooie herinnering opdiept. Op dat moment ben je ontzettend ver gekomen.
Je kunt ervoor kiezen om te blijven hangen in het gevoel verslagen te zijn, en de tegenslag de overhand te geven. Maar je kunt ook dankbaar zijn voor de ervaring. Dat je die persoon gekend hebt, en de wetenschap dat je je best hebt gedaan om iets te bereiken.
Natuurlijk is het niet alleen maar een doorgaande lijn waar alleen maar vooruitgang in zit, en zul je op bepaalde momenten nog wel een terugval te verwerken krijgen, of overmand worden door herinneringen. Maar als je uiteindelijk verder kunt leven, dan ben je sterker door deze ervaring en weet je zeker dat je geleefd hebt.
Daarover gaat dit gedicht:
Als je diep valt op een dag,
maar leert vliegen en blijft leven.
Vervloek je dan de tegenslag,
of ben je dankbaar voor het zweven?