Angst, boosheid…en een klein beetje verdoofdheid, dat is wat de aanslag van gisteren bij mij, en vele anderen oproep. Angst omdat we niet meer weten waar we veilig zijn, boosheid omdat niemand het recht heeft om een ander het leven te ontnemen, en verdoofdheid, omdat, hoe erg het ook is, gewenning ervoor zorgt dat we van deze aanslag minder van de leg zijn dan de aanslag in Parijs een aantal jaar geleden. En steeds vaker rijst de vraag: wat moeten we hiermee?
Wanneer er ergens een aanslag is gepleegd, schrijf ik meestal een gedicht om het gevoel van het moment te vangen, om vervolgens aan te geven dat liefde het enige antwoord is. Soms wordt daar (begrijpelijk) met nogal wat sarcasme op gereageerd. ‘Dus als er een terrorist met een bom voor je neus staat, wil jij hem op het rechte pad knuffelen?’ ‘Als ons land wordt aangevallen sturen wij terug, ‘wij ook van jullie?’.
Hoewel het begrijpelijke reacties zijn, zijn ze ook te kort door de bocht. Natuurlijk moet je een terrorist zo snel mogelijk onschadelijk maken (en dat hoeft niet met liefde) en uiteraard moet je je als land gewoon verdedigen. Het eindresultaat kun je niet bestrijden met liefde, maar alles wat daaraan vooraf gaat wél.
Genegeerd en niet gehoord
Het is absoluut waar, met liefde stop je geen terrorist. Maar een wereld waarin haat de overhand heeft op liefde, kwéék je ze wel en kweek je in ieder geval een omgeving waarin mensen, groepen en zelfs hele landen tegen elkaar opgezet kunnen worden. En eigenlijk is het belachelijk dat we daar anno 2017 nog steeds niet boven staan.
Onwil
Boosheid en haat, ik voel het als geen ander na een aanslag als die in Barcelona. Maar nog meer dan dat voel ik de onwil om me over te geven aan dit soort gevoelens, want als we dát doen, dan geven we ons pas echt gewonnen. In een wereld vol liefde kan haat niet overleven. In een wereld vol haat, liefde evenmin. De vraag is in welke wereld wij willen leven.