Sinds een paar maanden krijg ik in toenemende mate de vraag hoe het met me gaat, vreemd. Alsof mensen aanvoelen dat het niet zo extreem lekker gaat. Het eerste half jaar van 2009 was werkelijk een ramp. Bezuinigingen alom, iedereen moeten ontslaan, pand uit en een dreigend failisement.
Een paar logische inzinkingen ten spijt moet ik eerlijk zeggen dat ik er weinig slaap om heb verloren, met uitzondering van de mensen die ik heb moeten laten gaan, dat ging me aan het hart. De rest? Bijzaak!
We hebben echt op het randje gebalanceerd, tot en met dagen dat er nog maar 27 cent op mijn rekening stond met een paar duizend euro aan rekeningen. Ooit leerde ik ergens het gezegde: Geef me de kracht om de dingen te accepteren die ik niet kan veranderen, geef me de wijsheid om de dingen te veranderen waar dat kan en geef me de wijsheid om het verschil tussen beiden te zien. Dat is zo’n beetje wat me op de been gehouden heeft. Er heeft flink wat boven ons hoofd gehangen, daar kon ik niets aan doen, dat moest ik accepteren. Het enige dat ik kon doen is ploeteren en hopen dat het tij zou keren….en dat deed het op de dag dat mijn saldo 27 cent bedroeg. Een kleine kans gegrepen die uitgroeide tot en grote kans en uitvlekte tot een heleboel kansen en vooral tot het einde van onze ellende. Ik ben blij dat ik de stress redelijk beperkt heb kunnen houden dankzij een zeker gezegde en de gedachte dat geld maar geld is, sowieso een bedacht concept.
Gisteren sprak ik een kennis die ik al een tijd niet gesproken had. Ik vroeg haar hoe het met haar ging. ‘langzaam beter’ zei ze. Ze had kanker, is dit jaar van chemo naar bestraling gewandeld en weer terug. Nu nog 1 kuur en dan op vakantie om de spanning van de uitslag te ontlopen. Terwijl ik die situatie probeerde te schetsen in mijn hoofd, vroeg ze me hoe het met mij ging. Ik kon maar een ding antwoorden: “met mij gaat het fantastisch. Wat obstakeltjes dit jaar maar niets dramatisch. Dat is maar geld.”
Het is maar geld.