Het is ontzettend makkelijk om te dromen. En vooral om die dromen vervolgens uit te stellen. En dan nog een beetje uit te stellen. En er dan toch ook niet aan toe te komen. Maar toch, ooit wil je nog…
Als je geen doelen stelt of concrete plannen maakt, kan het maar zo zijn dat je dromen nooit waarheid worden. Ze blijven dan namelijk te vaag om aan te beginnen.
Je kunt wel zeggen: maandag begin ik. Maar waar begin je dan aan? Want een grote droom heb je niet in één keer afgemaakt. In dat geval kun je ervoor kiezen om in stapjes te gaan werken.
Stel dat je de droom hebt een boek te schrijven. Dat is een heel project, dat onbehapbaar lijkt als je het niet onderverdeelt. In dat geval zou je kunnen zeggen: ik begin maandag met het op papier zetten van het plot. Vervolgens maak je een plan, bijvoorbeeld wanneer je hoofdstuk 1 gaat schrijven, of wanneer je research gaat doen over het onderwerp.
Zo’n kleine stap is te overzien en die kun je vervolgens afstrepen. Het is pas het begin, maar dan kun je al heel eerlijk zeggen: ik ben mijn droom aan het waarmaken. Dat verwoordt dit gedicht.
Een week telt zeven dagen,
ooit maakt daar geen deel van uit.
Laat je dromen niet vervagen,
kies een dag, neem je besluit.