We vinden altijd dat we veel druk op onszelf moeten leggen. Alles moet altijd af. Maar wanneer is iets af?
Als je aan een groot project werkt, bijvoorbeeld een grote klus op je werk of het schoonmaken van je hele huis, kan het ontmoedigend werken, want je moet nog zoveel. Maar iemand zei ooit tegen mij: wie zegt er dat het allemaal nu af moet?
Daar dacht ik over na, en het klonk heel logisch. Ja, je wilt iets afmaken, maar het hoeft inderdaad niet allemaal op hetzelfde moment. Als ik wil dat mijn huis aan het eind van de week helemaal gepoetst is, hoef ik niet alles op vrijdag te doen en me die dag een slag in de rondte te werken. Ik kan ook de badkamer op woensdag doen, de keuken op donderdag en de slaapkamer op vrijdag.
Zeg je tussendoor tegen jezelf: ik heb dit af, als je bijvoorbeeld je wc grondig geschrobt hebt, dan geeft dat een gevoel van voldoening. In dat geval denk je dus: yes, ik heb mijn wc schoongemaakt, en niet: ja maar ik moet nog de keuken en de slaapkamer en…
Deze tactiek kun je toepassen op iedere klus waar je mee bezig bent. Of het nu iets zakelijks is waarmee veel geld of een promotie gemoeid is, het voorbereiden van een etentje of iets huishoudelijks. Deel het op in kleinere taken, en zet er een (spreekwoordelijke) streep doorheen als je zo’n deeltaak af hebt. Dat geeft je veel meer rust. En dan kun je morgen wel weer verder met de rest.
Daarover gaat het gedicht vandaag:
Valt de berg ontzettend tegen,
klim dan maar tot waar je kunt.
Want het uitzicht halverwege,
is ook al een hoogtepunt.