Als kind hebben we de grootste dromen. We willen brandweerman of prinses worden en in een huis van koekjesdeeg wonen met een draak als huisdier.
Dan groeien we op, en komen erachter dat je toch beter realistischer – en handiger – dromen kunt hebben. Een goede gezondheid, een fijn thuis en lieve mensen om je heen.
Als we nog wat ouder worden, dan blijkt soms dat dat helaas niet voor iedereen is weggelegd. Dat ligt lang niet altijd aan jou. Natuurlijk hebben je beslissingen invloed op hoe je leven verloopt, maar er is nog steeds een heleboel dat je niet in de hand hebt.
Je kan iedere dag netjes eten volgens de schijf van vijf en drie keer per week sporten, en toch ziek worden. Je kunt heel graag een partner willen, maar niet de juiste tegen het lijf lopen. Je kan alle liefde die je hebt geven, maar toch door iemand gekwetst worden.
Helaas is het niet zo dat je iets kunt krijgen alleen maar omdat je het graag wilt. Hoe vaak ik in winkels kinderen tegen hun ouders hoor zeggen: ‘Ja maar ik wil het zo graag!’ Met alleen iets willen kom je er helaas niet.
Daar is niks eerlijks aan, en je kunt er boos om worden. Dat mag ook best af en toe. Maar helaas krijg je ook niets alleen maar omdat je er gefrustreerd om bent…
Dat is de boodschap achter dit gedicht:
Dat je iets heel graag wilt,
geef je niet meer of minder recht.
Soms mag iets gewoon niet zo zijn,
zélfs als je daar hard voor vecht.