Afgelopen zaterdag bezocht ik een theatervoorstelling van Ali B, genaamd Ali B geeft antwoord. Waarop dan? Ja, dat is een beetje waar de theatershow om draait. Ik ben nooit een gigantische fan geweest van Ali B, vond het altijd een beetje, tja, wat zal ik zeggen, de Tatjana Simic onder de Marokkanen: je intelligenter voordoen dan je bent. Ergens wist ik het wel dat ik het bij het verkeerde eind had (wat Ali B betreft dan, zeker niet wat Tatjana betreft), maarja, je aan iemand ergeren is nu eenmaal lekker makkelijk, dus daar bleef ik in hangen.
Waarom tel ik dan 20 euro neer voor een kaartje voor een show waar ik niets van weet? Omdat iemand die ik dit jaar heb leren kennen me had aangeraden om die show te bezoeken als ik de kans kreeg. De voorstelling speelde zich zo’n 500 meter van mijn huis af, hetgeen ik prima vond kwalificeren als ‘de kans krijgen’. Met een select groepje zijn we naar de voorstelling gegaan. Ik herinner me nog dat ik tegen m’n zusje zei: ‘Ik weet echt wel dat ik hier redelijk bekeerd naar buiten ga lopen’. Bekeerd richting Ali B uiteraard, niet richting de Islam. Het bleek een understatement.
Wat een bijzondere voorstelling was dat. Ali B geeft antwoord. Maar waarop dan? Op een beetje onnozele vragen uit een wat suffig publiek vol huiverige Lelystedelingen. Het maakte niet uit, want Ali B wist allang wat hij zou gaan vertellen. Tenminste, dat, óf hij heeft echt twintig theaterprogramma’s in zijn hoofd en dat lijkt me schier onmogelijk. Met één stukje uit de voorstelling maakte hij zich, in mijn ogen althans, onsterfelijk. ‘Als je ergens heel erg tegen bent, dan draag je in feite bij aan dat waar je tegen bent. Je kunt veel beter positief zijn, en vóór hetgeen zijn dat het tegenovergestelde is van dat waar je tegen bent’. Toen hij die woorden voor het eerst uitsprak klonk het als onzin. Maar na zijn uitleg werd duidelijk dat het precies inhaakte op mijn favoriete theorie waarover ik al zo vaak geschreven heb: ‘Duisternis is niets anders dan de afwezigheid van licht. Doe onaardig tegen iemand die je slecht behandelt, en je wordt zelf precies die persoon. Blijf positiviteit sturen en je zult die persoon uiteindelijk veranderen’.
Het was de kennis die ik al had, verpakt in een prachtige zin ‘wees niet tegen, maar wees voor het tegenovergestelde van dat waar je tegen bent’. Het was één van die levensveranderende momenten, zo’n moment dat je denkt, dit wil ik vasthouden, hier wil ik iets mee doen. Wat een bewondering kan iemand in een paar uur kweken en wat voelde ik me dom en oppervlakkig achteraf.
Maar wat ik dan altijd nog het mooist vind, is wanneer ik me realiseer hoeveel er voor nodig was om mij in die zaal te krijgen zaterdagavond. Ik was daar nooit geweest als ik Jan Jaap niet had ontmoet. Jan Jaap had ik nooit ontmoet als ik mijn boek niet had geschreven en op Ten Pages had gezet. Dat had ik nooit gedaan als Mickey (mijn grote vriend in LA) me niet had overgehaald om mijn boek te schrijven, Mickey die ik nooit had ontmoet als ik het tijdschrift niet was begonnen dat ik samen met Martine was gestart. Het tijdschrift dat ik nooit zou hebben gehad als ik Martine niet had ontmoet. Zo kan ik nog veel verder terug. Dat klinkt melodramatisch, maar waarheid is het wel. Honderden, misschien wel duizenden kleine gebeurtenissen waren nodig om ervoor te zorgen dat ik op zaterdag deze prachtige les mocht leren. En dan heb ik het nog niet eens over wat er voor nodig was om ervoor te zorgen dat Ali B op een zaterdagavond optrad in Lelystad.
Wat is de wereld toch een wonderlijke plek.