Hoofdstuk 11

dansencover1-197x300.jpg
Vind je dit gedicht mooi?Deel het op Facebook

12 mei 2009

 ‘Kan ik nog iets voor u doen, meneer?’ vroeg het meisje achter de kassa.

‘Kon u dat maar, mevrouw,’ antwoordde John. Hij probeerde te glimlachen, een poging die roemloos strandde. Het kon hem weinig schelen, zoals hem de afgelopen vijf jaar weinig had kunnen schelen.

‘Dat is dan twee euro vijfennegentig,’ zei het meisje, en John gaf haar het geld, contant, zoals altijd. Toen hij de supermarkt verliet, voelde hij zich opgelucht dat zijn wekelijkse missie er weer opzat. Eén brood en één liter melk, het boodschappenlijstje van iedere zaterdag. Met het brood redde hij het de hele week, maar de melk ging slechts drie dagen mee, daarna stapte hij over op water.

Een brood en een liter melk, meer stond er nooit op zijn boodschappenlijstje, simpelweg omdat het hem niet kon schelen wat hij tot zich nam. Eten gaf hem geen plezier meer, dus waarom zou hij luxe voedingsmiddelen kopen? Het was de redenatie die hij toepaste op alle facetten van zijn leven na Mary. Waarom zou hij meer doen dan ademen?

Het enige wat John wel deed, was de tafel dekken voor twee, zoals hij altijd had gedaan toen ze nog samen waren. De eerste keer toen hij de tafel dekte na Mary’s overlijden ging het per ongeluk, en vanaf die dag had hij besloten het zo te blijven doen. Hij dekte de tafel voor twee en deed alsof hij eerst Mary plaats liet nemen aan tafel, waarna hij zelf ging zitten. Tijdens het eten praatte hij tegen Mary alsof ze aan de andere kant van de tafel zat.

John was niet gek, hij wist wel dat zijn gedrag dubieus was, maar het gaf hem het gevoel van troost dat hij nodig had om te overleven. De denkbeeldige diners met Mary werden zelfs het hoogtepunt van zijn dag, de momenten waarop hij heel even zijn pijn kon vergeten en kon doen alsof zijn leven nooit zo’n nare wending had genomen. Ook al wist John dat het niet echt was, voor hem was het dat wel, diep vanbinnen. Het was net zo echt als de pijn die hij na al die jaren nog steeds voelde, net zo echt als de leegte en stilte die hij in zijn huis en zijn hart ervoer.

‘Ik kwam zij van Michaels tegen vandaag,’ mompelde John tegen Mary. ‘Tenminste, ik weet niet of je het echt “tegenkomen” kunt noemen, als iemand zo zijn best doet om je blik te ontwijken. Herinner je je Scrooge nog, Mary?’

Hij liet wat stilte vallen voor haar antwoord.

‘Ach, jawel joh, die film ken je toch nog wel? Met die oude man en de drie geesten die hem bezochten om hem de les van zijn leven te leren? Ja, ik weet dat de film niet zo heet, maar je weet welke ik bedoel, toch?’

Stilte.

‘Weet je ook nog hoe iedereen in grote cirkels om hem heen liep omdat hij zo boos en gemeen was? Dat is dus precies hoe de mensen me tegenwoordig voorbijlopen. Maar ik ben toch niet gemeen? Ik ben alleen verdrietig! Weet je, Mary, het is vreemd om te zien hoe mensen met verlies omgaan als het niet hun eigen is. In het begin zeggen ze dat ze er voor je willen zijn, op een moment dat je eigenlijk gewoon alleen wilt zijn. Dan gaat er wat tijd voorbij, tijd waarin zij over hun verdriet heen stappen en verwachten dat jij hetzelfde doet. Wanneer ze ontdekken dat je dat niet kunt, wordt alles ongemakkelijk. Ze vermijden je en laten je alleen in een tijd waarin je eigenlijk alleen maar even met iemand wilt praten. Zelfs mevrouw Michaels… Weet je nog hoe ik me soms de supermarkt in haastte zodat ze ons niet zou zien? Ik weet dat jij graag naar mensen luistert, maar ik vond dat verschrikkelijk. Maar vandaag liep mevrouw Michaels me straal voorbij, en dat was niet de eerste keer. Ik weet niet wat het is, Mary, ik weet niet of ze egoïstisch zijn, of ik egoïstisch ben of dat dit de manier is waarop de dingen horen te gaan. Misschien is de enige reden dat men je in het begin troost, het feit dat jouw pijn hun pijn is en dat ze door jou te troosten, zichzelf troosten. Ik weet het niet, maar weet je, het interesseert me ook allang niet meer. Het enige wat telt zijn jij en ik en het feit dat we ooit weer samen zullen zijn. Ik wil alleen maar…’

Het plotselinge geluid van iemand die op de deur klopte onderbrak John in zijn monoloog. ‘Wie kan dat nou zijn, zo laat op de avond?’


Lees verder…
dansencover
BESTEL DE ROMAN DANSEN MET HERINNERINGEN hier en BETAAL GEEN VERZENDKOSTEN!

Mocht je de roman tot nu toe leuk vinden, zou je dat dan willen delen op Facebook en / of Twitter met de knoppen hieronder? Dat zou ik echt enorm op prijs stellen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *