Hoofdstuk 10 – Deel 2

dansencover1-197x300.jpg
Vind je dit gedicht mooi?Deel het op Facebook

De winkel was vol met mensen die praatten, lachten en bloemen uitzochten. Met bedachtzame passen liep John rond in de winkel, hij liet zijn vingers langs de muren, de planken en de bloemen glijden, alsof de tastbaarheid van dit alles bepaalde dat het echt was.

‘Meneer, zou u zo vriendelijk willen zijn om de anjers niet om zeep te helpen?’ hoorde hij achter hem.

John verstijfde. Het was een stem die hij nooit meer gedacht had te horen.

‘Meneer!’ herhaalde de stem. ‘Wilt u alstublieft van de bloemen
afblijven?’

John haalde snel zijn hand weg. Hij draaide zich om en voelde hoe
zijn hart miljoenen slagen per minuut sloeg. ‘Mary, ben jij dat echt?’ stotterde hij.

Maar nog voordat ze antwoord kon geven, werd zijn ongeloof weggenomen door haar verschijning. De lange goudblonde haren die de linkerhelft van haar gezicht bedekten, de roze zomerjurk die Mary haar eeuwige prinsesachtige verschijning gaf, die volle lippen en haar ogen die altijd twinkelden, open en warm. Behalve nu. Er waren geen vonkjes in haar ogen, het was niets minder dan vuur, want John had beter moeten weten dan aan haar bloemen te komen.

‘Wat bedoelt u, ben ik het? Natuurlijk ben ik het, dat staat toch op mijn jurk, of niet? Wilt u nu dan uitleggen waarom u mijn bloemen sloopt?’

‘Het spijt me. Ik deed het niet expres,’ antwoordde John.

‘Mensen doen een heleboel dingen niet expres, maar ze doen ze niettemin, en uiteindelijk mag ik het oplossen!’

John glimlachte. Dit was Mary op haar best: een engel voor de mensen van wie ze hield, maar fel tegen iedereen die onrecht vertegenwoordigde.

‘Wat staat u daar nou te grijnzen? Vindt u dit grappig?’

John herpakte zich snel en zette een serieus gezicht op, precies zoals hij zich dat herinnerde. Het voelde haast alsof hij een rol speelde in een film. ‘Zeker niet. Ik betaal graag voor die bloemen. Het was echt niet mijn bedoeling. Ik moest ze even aanraken.’ Hij aarzelde even omdat hij geen dingen wilde zeggen die hij niet meende. Maar hij voelde zich precies als drieëndertig jaar geleden, dus hij besloot dat een herhaling van zijn woorden geen leugen was. ‘Mijn dag loopt totaal niet zoals ik wil, het spijt me.’

Zijn woorden hadden onmiddellijk effect op Mary, die vrijwel direct
de lieve, zorgzame vrouw werd die hij kende. Hij kon zien dat ze zich verschrikkelijk voelde. ‘Ach, het is al goed. Weet u, mensen komen
hier soms binnenstormen, zonder respect voor bloemen. Daar kan ik heel kwaad om worden. Het was niet mijn bedoeling om tegen u uit
te vallen.’

John glimlachte. ‘Ach, mensen doen een heleboel niet met opzet, maar ze doen ze niettemin.’ Het moment speelde zich vrijwel precies af zoals hij het zich herinnerde. ‘Oké, ik wil de bloemen graag betalen, wat kosten ze?’

‘Zestien cent per stuk, maar het hoeft echt niet!’

‘Jawel, dat moet wel,’ antwoordde John met een licht dwingende toon in zijn stem. ‘Weet u wat? Maakt u er maar een boeketje van, ik geef ze aan een bijzonder iemand.’

Mary glimlachte en bracht de bloemen naar de toonbank en stelde het boeket samen. Alsof er nooit een dag voorbij was gegaan sinds de eerste ontmoeting, liet John zich betoveren door hoe ze een plukje haar achter haar hoor veegde. ‘Enorm bedankt, Mary,’ zei hij terwijl hij het boeket dat hij zich nog zo goed herinnerde opnieuw onder haar handen zag ontstaan.

‘U hebt een goede smaak,’ complimenteerde Mary hem. ‘Anjers zijn mijn favoriet.’

‘Dat weet ik,’ wilde John zeggen, maar hij beet snel op zijn tong. Alsof Mary zijn gedachten kon lezen, stopte ze waar ze mee bezig was en keek hem strak aan. John hapte naar adem. Hij was vergeten hoe het voelde als zij hem aankeek, zoals niemand anders dat kon. Hij zag haar mondhoek een stukje opkrullen en wederom, net als al die jaren geleden, was dit het moment waarop hij als een blok voor haar viel.

Hij herinnerde zich hoe hij destijds ineens een vlaag van moed voelde en Mary de bloemen gaf die hij een paar tellen daarvoor had gekocht. Ditmaal waren anjers geen toeval. Hij keek in stilte toe hoe ze de bloemen in een mooi papiertje wikkelde, er een lintje omheen bond en ze voorbereidde op hun reis naar de gelukkige ontvanger.

‘Deze zijn voor jou,’ zei John, nadat hij de bloemen had betaald.

Voor jou, echode het terwijl zijn ogen moesten wennen aan de plotselinge duisternis. Hij was verbijsterd, niet in staat om te bewegen of ook maar iets te zeggen. De bloemenwinkel, de mooie kleuren, de mozaïek, Mary – het was allemaal verdwenen, alsof de laatste woorden die John sprak hem terug hadden geworpen in de realiteit.

Langzaam draaide hij zich om, voelde hoe het glas en het puin onder zijn schoenen verbrijzelden. Daar stond hij dan, terug in een verlaten, zelfs wat griezelig gebouw dat nu slechts een schaduw was van de plek waar hij zich zojuist zo gelukkig had gevoeld. Hij keek naar zijn rechterhand, waarmee hij zojuist nog een boeket had vastgehouden.

Was dit zijn verbeelding? Werd hij gek? John keek om zich heen, maar niets in de ruimte verraadde wat er zich zojuist had afgespeeld. Maar het had allemaal zo echt aangevoeld, zo ongelooflijk levensecht. Zo echt zelfs dat John heel even was vergeten hoe verschrikkelijk verdrietig deze dag was, en hoeveel hij had verloren.

In het midden van de donkere, verlaten winkel besloot hij het gevecht tegen zijn tranen te verliezen, totdat hij van uitputting in slaap viel, tussen alle verloren herinneringen.


Lees verder…
dansencover
BESTEL DE ROMAN DANSEN MET HERINNERINGEN hier en BETAAL GEEN VERZENDKOSTEN!

Mocht je de roman tot nu toe leuk vinden, zou je dat dan willen delen op Facebook en / of Twitter met de knoppen hieronder? Dat zou ik echt enorm op prijs stellen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *