Hoofdstuk 10 – Deel 1

dansencover1-197x300.jpg
Vind je dit gedicht mooi?Deel het op Facebook

8 november 2004

 John had geen idee waar hij nu heen moest. Naar huis wilde hij niet, want hij wilde niet geconfronteerd worden met een leeg leven. Hij had behoefte aan mensen noch troost.

Mary en hij hadden het nieuws over haar ziekte niet gedeeld met vrienden en familie. Niet omdat ze dat graag zo wilden, maar simpelweg omdat ze beiden niet de energie hadden gehad om anderen in hun leven toe te laten.

John had die energie nog steeds niet, en zonder gevoel van bestemming besloot hij te gaan waar zijn benen hem brachten. Tegen die tijd was het al halftwaalf op een zonnige maandagochtend. Overal om zich heen zag John de blijdschap van mensen die genoten van een prachtige dag, die in schril contrast stond met zijn eigen dag. Eén park, twee werelden. Hij wilde stiekem en zelfzuchtig dat de hemel grijs zou kleuren en dat het zou gaan regenen, zodat de wereld zijn gevoel weerspiegelde.

Heel even keek hij naar boven, verwachtte hij daadwerkelijk dat er iets zou gebeuren; alsof God hem dat verplicht was en op het punt stond zijn wens te vervullen. Uiteraard gebeurde er niets.

John bleef lopen, langs het park waar hij en Mary zo vaak hadden gepicknickt, langs het meer waar ze ten minste eens per maand hadden gevist. Mary hield totaal niet van vissen, maar het grote meer had een speciale betekenis voor hen. Ze vond het heerlijk om in hun kleine bootje te zitten, een boek te lezen, luisterend naar niets anders dan het water dat tegen de rand van de boot kabbelde.

Nu pas realiseerde hij zich hoeveel van zijn universum bestond uit Mary en hoe hard hij haar nodig had. Hoe moest hij verwerken dat de enige persoon die hem kon troosten, degene was die nu zijn verdriet veroorzaakte?

Hij bereikte het oude gedeelte van de stad, de plek waar de meeste herinneringen aan Mary waren verbonden, en daar zat John nu even niet op te wachten.

Vanuit zijn ooghoeken zag hij iets bekends. Hij draaide zijn hoofd en daar was het: Flower Power. Het zag ernaar uit dat de naam het enige was dat nog over was van de bijzondere winkel. Er was een houten plaat voor een gebroken raam getimmerd. Er waren wat letters van het naambordje afgesleten, met als gevolg dat er nu ‘Flor Poer’ stond. John wilde deze plek zo snel mogelijk verlaten, maar hij stond als aan de grond genageld.

Het oude gebouw herinnerde hem aan betere tijden. Terwijl zijn geest afdwaalde, viel hem iets op. Er leek een lichtje te branden in de bloemenwinkel, net fel genoeg om door een vies raam te schijnen dat nog niet gebroken was. John knipperde een paar keer met zijn ogen, maar het licht ging niet weg. Integendeel, het werd alleen maar krachtiger.

Langzaam liep John richting de winkel en hij staarde naar het kleine verlichte raam in het verlaten deel van de stad. Tot zijn verbazing was de deur niet op slot, hij stond zelfs halfopen, alsof iemand hem verwachtte. Voorzichtig duwde hij tegen de oude, zware deur, die moeizaam openging, met een krakend geluid dat het, gezien de omgeving, prima had gedaan in een horrorfilm. Het maakte John niet bang. Het enige waar hij aandacht aan besteedde was het pulserende lichtje, op de vloer achter in de lege winkel. John kneep zijn ogen tot spleetjes. Omzichtig liep hij ernaartoe terwijl het gebroken gras onder de zolen van zijn schoenen knerpte en de ruimte vulde met een onheilspellend geluid.

‘Hallo?’ galmde zijn stem. ‘Is er iemand?’

Het enige antwoord was de echo van zijn stem, die langzaam wegstierf in de lege winkel.

Het licht gloeide feller op en werd groter. Toch had hij niet de behoefte om weg te rennen – het voelde niet bedreigend. Integendeel: het gaf hem een gevoel van rust. Dit was slechts een oude, verlaten winkel en voor zover John wist, was hij niet stervende of dood. Terwijl zijn ogen zich langzaam maar zeker aanpasten aan de donkere omgeving, zag hij dat er meer was dan alleen een lichtpuntje. Het duurde even voor hij alles goed in zich op kon nemen.

De winkel leek tot leven te komen. Iedere muur, ieder oppervlak dat werd aangeraakt door het schijnsel, leek terug te keren in zijn oorspronkelijke staat. De koude betonnen vloer die seconden geleden nog bezaaid was met glasscherven en puin, was nu bedekt met een mozaïek van roze, gele en witte scherven. John keek op en zag hoe er bloemen verschenen in iedere hoek van de ruimte, alsof ze uit de muren, uit de vloer en zelfs uit het plafond groeiden. Binnen een paar seconden was het donkere en vervallen gebouw veranderd in een lawine van kleur en licht, zo fel en helder dat John zijn ogen nauwelijks open kon houden. Maar hij hield ze wel degelijk open, want hij wilde geen seconde missen van dit wonder dat zich vlak voor zijn ogen voltrok.

Plotseling hoorde John het geluid van iets groots en hards dat op de grond viel, gevolgd door een fel licht dat achter hem de winkel binnenscheen. Het houten bord dat tegen de gebroken ruit was getimmerd, was op de grond gevallen. John had zich nog net op tijd omgedraaid om het houten bord in miljoenen stukjes te zien versplinteren, die vervolgens leken te transformeren in kleine glasdeeltjes die als door onzichtbare handen de lucht in werden getild en hun oude plek in het raamkozijn hervonden. Het was alsof hij een video bekeek van een brekende ruit die achterstevoren werd afgespeeld. Maar voordat John de tijd had om na te denken over wat hij precies had gezien, werd zijn aandacht getrokken door iets anders: een vreemd krakend, zoemend geluid aan de andere kant van de winkel. John herkende het niet direct, maar hij voelde hoe zich plotseling een bekend, fijn gevoel van hem meester maakte. Hij sloot zijn ogen om zich te concentreren, en langzaam maar zeker werd het geluid duidelijker. Het was muziek. Oude muziek, doordrongen van de kraakgeluiden van toen muziek bijna alleen nog op vinyl te beluisteren was. Langzaam maar zeker hoorde hij de instrumenten, vermengd met het geluid van vrolijke, pratende mensen. Toen hij zijn ogen weer opende, kon hij ze niet geloven. Hij was nog steeds in hetzelfde pand, maar het leefde, zoals het had geleefd op de eerste dag dat hij er
binnenstapte.


Morgen meer…
dansencover
BESTEL DE ROMAN DANSEN MET HERINNERINGEN hier en BETAAL GEEN VERZENDKOSTEN!

Mocht je de roman tot nu toe leuk vinden, zou je dat dan willen delen op Facebook en / of Twitter met de knoppen hieronder? Dat zou ik echt enorm op prijs stellen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *