De beste manier om onzeker te worden over je eigen relatie, is door te kijken hoe anderen het doen. Toen ik net een relatie had, heb ik dat ervaren doordat wij omgingen met veel mensen die elkaar constant in het openbaar de liefde verklaarden. Ze belden elkaar constant, konden geen dag zonder elkaar, zeiden vaker ‘Ik hou van jou’ dan ik op een dag naar het toilet moet. Ik vroeg mezelf in die tijd echt af wat ik verkeerd deed. Ik ben sowieso iemand die liefde eerder toont dan uitspreekt. Ik heb nooit zo de behoefte om iemand te vertellen dat ik van hem of haar houd, ik wil het ze vooral laten voelen, zodat ze nooit een seconde hoeven te twijfelen aan hoeveel ik om ze geef.
Als mijn vrouw een weekendje weg is, dan hang ik niet na tien minuten aan de lijn. Ik vind het fijn dat zij iets aan het doen is dat ze leuk vindt, en ik vind het zelf ook wel eens lekker om gewoon even op mezelf te zijn. Ik heb heel lang gedacht dat dit betekende dat er iets mis was met mij, met de manier waarop ik liefde uit of met mijn relatie in het algemeen. Inmiddels weet ik wel beter. Ik heb gewoon simpelweg niet de behoefte om de hele dag die bevestiging te zoeken, simpelweg omdat ik zonder dat alles ook wel weet dat het goed zit. Dat betekent niet dat er iets mis is met mensen die dat wél doen. We uiten onze liefde allemaal op onze eigen manier, en dat is goed, want anders paste iedereen bij iedereen.
Daarover gaat dit gedicht.
Houden van is niet,
dat ik je na een dag al mis,
maar dat je niet onzeker wordt,
wanneer er even stilte is.