Het lijkt er tegenwoordig op dat er overal discussies losbarsten. Het internet maakt het natuurlijk heel makkelijk om je mening te geven.
Want ja, wat online verschijnt is in principe openbaar, en dus kan iedereen er z’n spreekwoordelijke plasje over doen. Maar het feit dat het kan, wil niet zeggen dat je het ook per se moet doen. Wanneer je iemand tegenkomt in de supermarkt die een spuuglelijke jas aan heeft, kun je zeggen: ‘Ze heeft er zelf voor gekozen om zich in deze spuuglelijke jas in het openbaar te bevinden, dus ik mag nu tegen haar zeggen dat het een foeilelijk ding is.’ Maar eerlijk: waarom zou je dat doen?
Wat er online gebeurt is niet veel anders. Iemand deelt een gedachtengang, en vervolgens gaan er mensen keihard tegenin, en gaan medestanders van de eerste gedachte daar weer keihard tegenin. Zo barst er in no time een enorme discussie los, waar helemaal niemand op uit was.
Wat nou als je de volgende keer dat je iets online leest dat helemaal niet specifiek voor jou bedoeld is, gewoon aan je voorbij laat gaan? Dat je denkt: nou, daar ben ik het niet mee eens. Prima. Of dat je denkt: nou, daar ben ik het niet mee eens, maar ik ben wel benieuwd waarom die persoon dat vindt. Laat ik dat eens vragen. Ook prima.
Maar kunnen we met z’n allen proberen om een ander in zijn of haar waarde te laten, om vriendelijk om uitleg te vragen of om te leven en laten leven? Er is al zoveel strijd in de wereld, laten wij dan degenen zijn die laten zien dat het ook allemaal een stukje vriendelijker kan, en dat een discussie niet altijd direct respectloos en onvriendelijk hoeft te zijn.
Daarover gaat dit gedicht:
Het zou wat mij betreft,
al een heel stuk fijner leven,
als we in plaats van onze mening,
wat vaker liefde zouden geven.