Er zijn van die momenten, wanneer het ene na het andere verschrikkelijke nieuws de wereld in wordt geslingerd, dat je de hoop op een betere wereld even laat varen. Dat je denkt: ‘Waar gaat dit allemaal heen’ en ‘dit komt echt nooit meer goed!’
Dat soort gedachten zijn niet raar en heel begrijpelijk, zolang ze maar van korte duur zijn. Want hoewel het waar is dat er af en toe verschrikkelijke dingen gebeuren in de wereld, gebeuren er nog altijd ook hele mooie dingen, en die mogen we niet uit het oog verliezen. Maar belangrijker nog: alles in de wereld hoort in balans te zijn. Licht versus donker, goed versus kwaad. Als wij, de mensen die hopen er ooit een betere wereld van te maken, de handdoek in de ring gooien, dan is de strijd pas echt verloren.
Ik hoor het mensen zo vaak zeggen na een gedicht als dit. ‘Ja maar het is soms zo moeilijk om er nog in te geloven’ of ‘Het heeft toch allemaal geen zin, de wereld is niet meer te redden!’. Het is ook moeilijk, maar het laatste is niet waar. Het wordt pas waarheid als de mensen die het tegengeluid moeten laten horen, besluiten dat ze daar niet meer toe bereid zijn.
Noem me naïef en onrealistisch, maar tot de dag dat ik mijn laatste adem uitblaas, ongeacht hoeveel tegenslag ik te verwerken krijg en hoe akelig de wereld zich laat zien, ik zal blijven strijden om een positief geluid te laten horen. En ik hoop velen met mij. Daarover gaat dit gedicht.
De wereld lijkt soms niet te redden,
maar geef je niet te snel gewonnen.
Zelfs de allergrootste boom,
is als een zaadje hoop begonnen.
Hoop – Dichtgedachten #697
