We leren van jongsafaan dat uitstellen iets slechts is. Want als je iets uitstelt, kan het zijn dat je nooit meer de kans krijgt om het te doen. En dat is waarheid. Ik heb dat zelf meegemaakt, met iets dat mijn moeder graag wilde zien. Ik zei: ‘Ja dat is goed, maar wel in december graag.’ In november is ze toen overleden.
Dan kun je jezelf gaan zitten pijnigen, en denken: inderdaad, je moet nooit iets uitstellen, maar dat is natuurlijk helemaal niet realistisch. Soms is het heel lekker om dingen uit te stellen, en soms is het ook de enige juiste beslissing.
Dat er daarna iets gebeurt waardoor je het achteraf liever niet had gedaan: tja, dat kan dus gebeuren. De kans dát het gebeurt is niet zo groot, dus het is niet zo verstandig om je hele leven daarop in te richten. Als het goed voelt om het vandaag te doen, doe het dan vandaag. Heb je het gevoel dat je het beter uit kunt stellen, doe dat dan ook gewoon. Misschien heb je daar later spijt van…maar waarschijnlijk niet.
Dat is waarover dit gedicht gaat:
Dat je nooit iets uit mag stellen,
wordt door angsten ingegeven.
Probeer jezelf minder te kwellen,
iets minder denken, iets meer leven.