Tegenslag gebeurt gewoon. Driehonderd mensen kunnen te hard rijden, maar als jij het een keer doet, word je geflitst. Je kan altijd je boodschappen scannen bij de zelfscan, maar net als je één keer iets vergeet, word je gecontroleerd. Je bent altijd degene die de slechtste kaarten trekt bij een spelletje.
Allemaal vervelend, maar het is niemands schuld. Minder leuke dingen gebeuren soms nu eenmaal. Dat heeft niets te maken met of je een goede persoon bent of niet, met of je iets verdient of niet of met eerlijkheid.
Er is geen balans waarop wordt bijgehouden of je nou eens geluk hebt of niet. De agenten die op een dag in een auto stappen met een flitsapparaat verwachten misschien weliswaar dat ze mensen betrappen op snelheidsovertredingen, maar ze gaan daar niet speciaal staan om jou te pakken. De medewerkers van de supermarkt krijgen een seintje van de computer als ze iemand moeten controleren, ze pikken jou er niet uit omdat ze zin hebben om jou dwars te zitten.
Hoe irritant ook, het voordeel is dat ook fijne dingen je toevallig kunnen overkomen.
Dat is de boodschap achter dit gedicht:
Dat je brood met de besmeerde kant,
terechtkomt op je laminaat.
Komt door de hoogte van de tafelrand,
en niet omdat het lot je haat.