Wensen dat iedereen gelukkig is, is ongeveer net zo realistisch als iemand in een missverkiezing die het liefst wereldvrede zou zien: het is een mooi streven, maar hoe haalbaar zou het zijn?
Als iedereen gelukkig was, en nooit meer in een dal kwam. Als iedereens leven op rolletjes liep en er nooit iemand gekwetst werd of als er nooit iemand zou treuren, hoe zou dat mogelijk zijn?
Ben je dan zo afgestompt van alles dat je bijvoorbeeld niet meer treurt als er iemand overlijdt? Ben je dan zo gewend aan al je geluk dat je het niet meer als zodanig herkent, en je dus een heel oppervlakkig leven leidt?
Als je niets ellendigs hebt meegemaakt, herken je ook het verschil tussen blijdschap en verdriet niet, dan waardeer je de mooiste dagen minder goed en wordt het veel moeilijker om stil te staan bij wat het leven allemaal te bieden heeft.
Hoe *%&# het af en toe ook is, narigheid hoort bij het leven. Het maakt het interessanter en het zorgt dat je je kunt ontwikkelen als persoon. Misschien dat deze realisatie het net iets makkelijker maakt als je de volgende keer door een rottige periode heen moet.
Dat is het onderwerp van het gedicht van vandaag:
Als al het leed geleden was,
er geen verdriet bestond of pijn,
dan begon het echte lijden pas,
en zou geen mens gelukkig zijn.