Wanneer je om iemand rouwt die je liefhebt, dan maak je daarin verschillende fasen door. De meeste van die fasen zullen je niet verrassen en onderga je gelaten, simpelweg omdat het bij het proces hoort. Wat ik echter het allermoeilijkste vond in de periode nadat ik mijn moeder verloor, was het moment waarop mijn hoofd en hart samen hadden besloten dat het genoeg was geweest.
Het verdriet duurde nu al een aantal maanden, en ik was er klaar mee, met de tranen, met het gemis. En dat is dus het moment waarop je ontdekt dat iemand moeten missen echt voor eeuwig is. Dat zelfs het feit dat je verlangt naar een dagje rust, even geen ellende, ook op zo’n dag zul je iemand missen. Want de persoon die je mist komt nooit meer terug.
Dat klikt heel deprimerend, en deels is het dat ook. Toch is dat ook het moment waarop je langzaam begint op te krabbelen. Omdat je uiteindelijk toch verder moet. Wat mij enorm heeft geholpen is het besef dat iemand missen, ook betekent dat je iemand voorgoed bij je draagt. En daarin schuilt ook een soort van troost. Daarover gaat dit gedicht.
Wat nog steeds het allermoeilijkst is,
aan dit slepende verdriet,
is dat ik je voortdurend mis,
een dagje pauze is er niet.
Dat ik je mis – Dichtgedachten #169
Vind je dit gedicht mooi?Deel het op Facebook